Mijn leven in Ghana
Ik werd geboren op 27 oktober 1958 in een geboortecentrum gerund door vroedvrouwen in Cape Coast, Ghana. We waren met velen thuis. Ik was het zesde kind van mijn moeder en het tiende van mijn vader die toen al 71 jaar was. Hij was een agronoom die leiding gaf op een landbouwexploitatie. Daarnaast was hij een belangrijk traditioneel leider in de onafhankelijkheidsstrijd. Dat leiderschap maakte dat ik een soort prins was, hoewel ik niet tot de koninklijke familie behoor.
Na tien jaar basisschool, genoot ik gedurende zeven jaar een gedegen opleiding aan een middelbare onderwijsinstelling. Het was mijn bedoeling om daarna arts te worden. Door het overlijden van mijn vader had ons gezin geen broodwinner meer. Bij gebrek aan geld moest ik mijn plan om arts te worden stopzetten. Ik had het lastig om mij neer te leggen bij deze Ghanese traditie waar je slechts kan genieten van alles wat je vader bezit zolang hij leeft. Na diens overlijden heb je nergens nog recht op. Na het middelbaar heb ik dan maar een lerarenopleiding gevolgd met een specialisatie in algemene wetenschappen.
Ik gaf nadien les in wiskunde en wetenschappen aan leerlingen tussen 15 en 18 jaar in het secundair onderwijs en werkte bijna 20 jaar als een assistent directeur van de Wetenschappen afdeling van St Antonius en St Bernadette Soubirous Schools in Accra.
Op bezoek in België
De eerste keren dat ik naar België kwam, was dat als toerist om mijn vriendin op te zoeken. Ik had niet de bedoeling om hier te blijven. Ik werkte immers als leerkracht op de universiteit van Cape Coast en had een goed leven. Toen mijn vriendin in België in 2002 een winkel opstartte, had ze assistentie nodig. Ik ben bij haar als boekhouder gaan werken en zorgde daarnaast ook voor het voorraadbeheer. Om de drie maanden keerde ik terug naar Ghana. Toen de winkel zich uitbreidde in 2004, ben ik definitief gebleven. Teruggaan zou een soort vernedering worden, dacht ik. Daarom verkoos ik hier in België te blijven, zodat ik écht zou kunnen teruggaan. In 2006 sluit de winkel en werd ik illegaal. Na zeven lange jaren in de illegaliteit zonder mogelijkheid om ondertussen naar mijn moederland te gaan, werd ik geregulariseerd in het kader van een overheidscampagne, maar was ik natuurlijk nog geen Belg.
Centrum voor de Ontwikkeling van de Jeugd van Ghana (COJG)
Tijdens die zeven jaren las ik ontzettend veel omdat ik niet veel anders om handen had. Het Belgische onderwijssysteem bleef mij echter interesseren en ik diepte dit onderwerp uit. Ik vind het een zeer goed systeem, dat bovendien vele kansen biedt aan de Ghanese gemeenschap om haar situatie hier te verbeteren. Niettemin blijft die gemeenschap onderaan de ladder bengelen. Daarom richtte ik het ‘Centrum voor de Ontwikkeling van de Jeugd van Ghana’ (COJG) op. Ghanezen horen betere burgers te worden en moeten tegelijk de waarden van Ghana kunnen behouden. Ik geloof niet dat discriminatie de reden van de uitval is, wel de attitude van de ouders ten aanzien van de opvoeding van hun kinderen. De meeste Ghanezen hebben geen hoge opleiding kunnen volgen, ze hebben moeite met de taal en echt integreren in de Belgische samenleving doen ze ook niet. Voordat ze migreerden hebben Ghanese kinderen in Ghana les in het Engels gekregen, ondertussen zijn ze met hun ouders hun lokale taal blijven spreken én moeten ze hier ook nog Nederlands leren. Belgische kinderen krijgen vaak thuis de nodige ondersteuning. Ze worden opgevolgd, krijgen tijd en ruimte voor het huiswerk dat bovendien vaak gecontroleerd wordt. Ze krijgen emotionele ondersteuning en complimentjes. De ouders gaan naar de schoolvergaderingen en informeren zich over hun kinderen. Ghanese ouders doen dit nog veel te weinig. Het Ghanese kind trekt zich terug en de beïnvloeding door leeftijdgenootjes (peers) wordt groter: ze zoeken steun en toevlucht in hun samenleving.
COJG is mijn levenstaak en tevens toevlucht. Ik steek er veel energie in en het kent succes. COJG telt nu 50 ouders : “we are progressing”.
Leven in België met kinderen in Ghana
Ik ben niet gehuwd, maar heb wel kinderen. Ze verblijven allen in Ghana en daar heb ik het moeilijk mee. Als vader vind ik het belangrijk dat “kinderen je zien als een vriend en niet als een ouder, zodat ze naar jou komen, zodat je ze kan begeleiden. Voor het huwelijk van mijn dochter ben ik een maand naar Ghana gegaan.
Gent is een vriendelijke stad voor Engelstaligen en dat was een geluk voor mij. Het Gents daarentegen blijft onverstaanbaar voor mij. Ik heb nu een opleiding Nederlands gevolgd tot het 6e niveau en wil hoger. Zo kan ik ook het voorbeeld geven. Ik heb bij Syntra een opleiding “Bedrijfsbeheer” gevolgd en een praktische opleiding herstellen van wasmachines en droogkasten. Vandaag ben ik bezig met het behalen van een rijbewijs D voor vrachtwagens.
Een huis vinden was geen probleem. Mijn vriendin heeft er een. Haar kinderen eten “frietjes met stoverij” en zo leer ik de Belgische keuken kennen. Ghanees eten is hier vrij prijzig en door het andere klimaat verteert het hier niet zo goed. Witloof in hamrolletjes met kaassaus vind ik een echte lekkernij, maar van vette frietjes en al die olie houd ik niet zo.
Ik ben een echte boekenwurm. Boeken over wetenschap en geschiedenis hebben mijn voorkeur, maar ook “levensverhalen” bijvoorbeeld over WO II laat ik niet ongelezen. Wij Ghanezen hebben zoiets nooit meegemaakt en zeker niet op die schaal. Waarom toch, vraag ik mij af, heeft men die energie niet in het verbeteren van de wereld gestoken. Dank zij die lectuur, leer ik de geschiedenis kennen van de mensen die mij verwelkomd hebben. Wanneer we elkaars geschiedenis beter kennen, kunnen we elkaar beter appreciëren.
In al die jaren hier in België heb ik weinig negatiefs ervaren, ook geen discriminatie, enkel veel dingen om dankbaar voor te zijn ten aanzien van de Belgische samenleving. Natuurlijk zijn er individuen die moeilijk doen, maar daar laat ik mij niet door beïnvloeden, die zijn er overal.
En toch … mocht ik het moeten overdoen, ik zou een andere keuze maken. Ik zou hier direct permanent blijven met mijn kinderen of definitief in Ghana blijven, daar werken en over en weer reizen.
En de toekomst? Mijn kinderen zijn hier nooit geweest. Ik ben nu geregulariseerd en zou graag mijn vierde en vijfde kind naar hier brengen voor een masteropleiding. Ik ben blij met wat mijn kinderen doen, maar ik lijd eronder dat ik niet bij hen ben.
Mijn vriendin wil terug naar Ghana, maar ik wil hier blijven. Voor mij is er weinig toekomst in Ghana, ook al omdat ik hier al zo lang ben. Ik wil mij engageren en dieper betrokken raken in de organisaties. Ik wil betere kansen voor de Afrikaanse kinderen realiseren en een betere integratie van de Ghanese gemeenschap. Ik keer terug naar Ghana als ik met pensioen ben. Ik heb een job hier, een taak.
De kinderen en het kleinkind van Eric